Deze software is het Windows-printerstuurprogramma voor Star TUP900.
Door het installeren van het printerstuurprogramma kunt u de standaard afdrukfunctie gebruiken die u in de meeste Windows-toepassingen vindt.
U moet een printerwachtrij maken om de functie van het printerstuurprogramma te gebruiken. U kunt met de volgende procedure een printerwachtrij maken.
Zodra de printerwachtrij is gemaakt, kunt u de printerinstellingen wijzigen. Wijzig de printerinstellingen met de volgende procedure.
U kunt verschillende printerfuncties configureren volgens elke printerwachtrij.
Uw printerstuurprogramma ondersteunt 'Line' en 'Raster'. Het gebruik van een verschillende 'Print Mode' maakt verschillend gebruik en verschillende functies mogelijk.
Het is mogelijk grafische gegevens af te drukken op hoge snelheid met de modus 'Raster'. Er zijn enkele functies, zoals Apparaatlettertypen die alleen beschikbaar zijn in de modus 'Line'.
De beschikbare functies in elke modus zijn de volgende. Klik op de koppeling van de functienaam voor een gedetailleerde beschrijving.
Apparaatinstellingen | Line | Raster |
---|---|---|
Paper Type | OK | OK |
Print Speed | OK | OK |
Print Density | OK | OK |
Print Position | × | OK |
Reverse Printing | × | OK |
Data Treatment Recover From Error | OK | OK |
Top Search | × | OK |
Black Mark Detect at Power On | OK | OK |
Scaling | × | OK |
Paper Cut | OK | OK |
NVLogo afdrukken | OK | × |
Soft Logo afdrukken | × | OK |
Presenter-functie (alleen TUP992) | OK | OK |
Andere functies | Line | Raster |
---|---|---|
Papierformaat | OK | OK |
Apparaatlettertypen | OK | × |
Printer Busy Timeout | OK | OK |
Het tabblad 'Apparaatinstellingen' van het eigenschappenvenster van uw printerwachtrij bevat veel verschillende instellingen. Open het tabblad 'Apparaatinstellingen' met de volgende procedure.
De beschrijving van de inhoud voor elke functie wordt hieronder weergegeven.
U kunt 'Line' of 'Raster' kiezen voor uw document.
'Raster' is geselecteerd als de standaardinstelling. De functies van het printerstuurprogramma verschillen volgens deze afdrukmodusinstellingen. Voor gedetailleerde informatie, raadpleeg dan de informatie hier.
Wij raden u aan de modus 'Raster' te kiezen voor de USB-interface en de modus 'Line' voor de seriële interface. Zo profiteert u maximaal van de specificatie van uw printer.
U kunt met drie verschillende instellingen voor 'Paper Type' een 'Receipt' van variabele lengte, een 'Ticket' van vaste lengte of een pagina met 'Black Mark' als scheidingstekens afdrukken.
Gebruik de optie 'Receipt' als uw afdruktaken in lengte variëren en u deze direct na de laatste regel wilt afsnijden. (U kunt het papierformaat voor kassabonnen instellen bij Papierformaat.)
Gebruik de optie 'Ticket' als u wilt dat uw afdruktaken een vaste lengte hebben die u via Papierformaat instelt. Het papier wordt afgesneden wanneer het de ingestelde waarde bereikt.
Gebruik de optie 'Black Mark' als u wilt dat de printer het papier afsnijdt op basis van zwarte markering.
Met deze instelling regelt u de snelheid waarmee de printer afdrukt.
In de meeste gevallen kunt u het beste de snelheidsoptie 'High' gebruiken. Wanneer de prioriteit van de afdrukkwaliteit hoger ligt dan die van de afdruksnelheid, moet u de optie 'Low' selecteren.
Met deze instelling regelt u hoe donker de printer afdrukt.
Selecteer de optie 'Standard' voor normaal gebruik. Als u lichter wilt afdrukken, past u de waarde aan naar '-1' , '-2' of '-3'. Als u donkerder wilt afdrukken, past u de waarde aan naar '+1' , '+2' of '+3'.
Deze instelling bepaalt de afdrukpositie.
U kunt opgeven welk deel van het afdrukgebied moet worden afgedrukt als een papier (inclusief Star Thermal 112mm x A4-, Star Thermal 4inch x Letter-formaat) is ingesteld op een hogere waarde dan de maximale papierbreedte of als het afdrukgebied verschilt van het papierformaat, wanneer iets anders dan 100% is ingesteld voor de schaalfactor.
Om de papierbreedte af te drukken vanaf de linkerrand van het afdrukgebied, selecteert u 'Left'. Om de papierbreedte af te drukken vanaf het midden van het afdrukgebied, selecteert u 'Center'. Om de papierbreedte af te drukken vanaf de rechterrand van het afdrukgebied, selecteert u 'Right'.
Het papier wordt uitgelijnd op het minimale vooraf gedefinieerde papierformaat dat plaats biedt voor het afdrukgebied, berekend op basis van de opgegeven schaalfactor en het papierformaat.
Stel de instelling 'Reverse Print' in op 'Enable' om ondersteboven af te drukken.
Wanneer een fout optreedt, kunt u de onafgedrukte gegevens die al naar de printer zijn gestuurd zoals hieronder verwerken.
Als u de onafgedrukte gegevens wilt annuleren na herstel van de fout, selecteert u 'Clear Data By Document' en schakelt u het selectievakje 'Ondersteuning in twee richtingen inschakelen' op het tabblad 'Poorten' van 'Printereigenschappen' in.
Als u de onafgedrukte gegevens voortdurend wilt afdrukken na herstel van de fout, selecteert u 'Store Data' en schakelt u het selectievakje 'Ondersteuning in twee richtingen inschakelen' uit.
Als u deze functie instelt op 'Enable', voert de printer het papier terug vóór het afdrukken, waardoor de niet-afdrukbare bovenmarge wordt geminimaliseerd.
Als u papier met zwarte markering gebruikt en deze functie instelt op 'Enable', wordt de positie van de zwarte markering gedetecteerd bij het inschakelen.
Deze instelling regelt het vergrotings- of verkleiningspercentage.
U kunt een schaalfactor instellen tussen 20% en 200%.
U kunt afdrukken op een papiersoort met een breedte van 72mm als de schaalfactor is ingesteld op 70% voor een paginabreedte van 104mm.
Met de instelling 'Page Bottom' regelt u het afsnijden van alle pagina's van uw afdruktaak, behalve de laatste.
Als u niet wilt dat de pagina's van uw document worden afgesneden, kiest u de optie 'No Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak gedeeltelijk wordt afgesneden, kiest u 'Partial Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak volledig wordt afgesneden, kiest u 'Full Cut'.
Met de instelling 'Document Cut Type' regelt u het afsnijden van de laatste pagina van uw afdruktaak.
Als u niet wilt dat uw afdruktaak wordt afgesneden, kiest u de optie 'No Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak gedeeltelijk wordt afgesneden, kiest u 'Partial Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak volledig wordt afgesneden, kiest u 'Full Cut'. Als u wilt dat uw afdruktaak naar de afscheurstrip wordt doorgevoerd (en niet wordt afgesneden), kiest u de optie 'Tear Bar'.
Als u wilt dat alle pagina's in uw document volledig worden afgesneden, kiest u 'Full Cut All Pages'. Als u wilt dat alleen de laatste pagina van uw document volledig wordt afgesneden zonder dat alle andere pagina's in uw document worden afgesneden, kiest u 'Full Cut Last Page'.
NVLogo is een functie die logogegevens die werden geregistreerd in de printer met de logoregistratiefunctie van het printerhulpprogramma, afdrukt op pagina's of documenten.
Voordat u deze instelling start, moet u het logo op de printer registreren. Raadpleeg Hulp bij logo's opslaan voor printerhulpprogramma voor meer informatie.
Dit bepaalt de positie en gegevens van een logo als u het bovenaan op een document wilt afdrukken.
Om een logo links uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Left'. Om een logo gecentreerd af te drukken, selecteert u 'Center'. Om het logo rechts uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Right'. U kunt ook het nummer van de logogegevens die moeten worden afgedrukt, instellen in 'Registration Number'.
Elk logo dat u hier kiest wordt bovenaan de eerste pagina van het document afgedrukt.
Als u 'No Use' selecteert, wordt het logo niet afgedrukt bovenaan op het document.
Dit bepaalt de positie en gegevens van een logo als u het bovenaan op een pagina wilt afdrukken.
Om een logo links uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Left'. Om een logo gecentreerd af te drukken, selecteert u 'Center'. Om het logo rechts uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Right'. U kunt ook het nummer van de logogegevens die moeten worden afgedrukt, instellen in 'Registration Number'.
Elk logo dat u hier kiest wordt bovenaan de pagina afgedrukt.
Als u 'No Use' selecteert, wordt het logo niet afgedrukt bovenaan op de pagina.
Dit bepaalt de positie en gegevens van een logo als u het onderaan op een pagina wilt afdrukken.
Om een logo links uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Left'. Om een logo gecentreerd af te drukken, selecteert u 'Center'. Om het logo rechts uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Right'. U kunt ook het nummer van de logogegevens die moeten worden afgedrukt, instellen in 'Registration Number'.
Elk logo dat u hier kiest, wordt onderaan de pagina afgedrukt.
Door dit te configureren met de optie 'No Use', wordt het logo niet afgedrukt onderaan op de pagina.
Dit bepaalt de positie en gegevens van een logo als u het aan het einde van een document wilt afdrukken.
Om een logo links uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Left'. Om een logo gecentreerd af te drukken, selecteert u 'Center'. Om het logo rechts uitgelijnd af te drukken, selecteert u 'Right'. U kunt ook het nummer van de logogegevens die moeten worden afgedrukt, instellen in 'Registration Number'.
Elk logo dat u hier kiest wordt aan het einde van de laatste pagina van het document afgedrukt.
Als u 'No Use' selecteert, wordt het logo niet afgedrukt aan het einde van het document.
Soft Logo is een functie waarmee gegevens die op een pc zijn opgeslagen, als een logo worden afgedrukt op een document of pagina.
Deze functie slaat de afgedrukte uitvoer van de printer op als gegevens zodat u dit kunt gebruiken als logo. Met dit printerstuurprogramma, worden de logogegevens die met deze methode zijn gemaakt, SRL-gegevens genoemd.
U kunt ook BMP-gegevens die op een pc zijn opgeslagen, als logo gebruiken.
U kunt de gegevens die door Soft Logo worden gebruikt, zelf gebruiken door ze op te slaan in een map voor elke afdrukpositie op een opgegeven locatie (Opstartstation:/Star/(naam afdrukwachtrij)/StarRasterLogoData/). Om ze te gebruiken als BMP-gegevens, slaat u de bestandsnaam op met een volgnummer, te beginnen vanaf 0.
Als u 'Generate - ...' selecteert wanneer de logogegevens zijn ingesteld en vervolgens de inhoud die u wilt omzetten in een logo afdrukt, worden dezelfde gegevens als de afgedrukte uitvoer in SRL-formaat opgeslagen in een map op een opgegeven locatie telkens wanneer de gegevens worden afgedrukt.
U kunt de afgedrukte uitvoer van meerdere pagina's opslaan als meerdere delen van de logogegevens. Als de logogegevens worden opgeslagen wanneer de SRL-gegevens al zijn opgeslagen, worden de opgeslagen SRL-gegevens verwijderd en overschreven door de nieuwe logogegevens.
Klik op de knop 'Test Print' om alle SRL-gegevens af te drukken die zijn opgeslagen in de map die u hebt opgegeven op het ogenblik waarop u 'Generate - ...' hebt geselecteerd.
Als u 'Print Mode' selecteert, wordt de Soft Logo-afdruk altijd uitgevoerd wanneer logogegevens worden ingesteld.
Als u 'All - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'StartDoc' op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan het document. Als u 'All - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'StartDoc' op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan het document. Als u 'Sequential - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'StartDoc' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan het document. Als u 'Sequential - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'StartDoc' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan het document.
Als u 'No Use' gebruikt, wordt Soft Logo-afdruk niet uitgevoerd bovenaan het document.
Als u 'All - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'StartPage' op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan de pagina. Als u 'All - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'StartPage' op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan de pagina. Als u 'Sequential - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'StartPage' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan de pagina. Als u 'Sequential - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'StartPage' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt bovenaan de pagina.
Als u 'No Use' gebruikt, wordt Soft Logo-afdruk niet uitgevoerd bovenaan de pagina.
Als u 'All - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'StartPage' op de opgegeven locatie afgedrukt onderaan de pagina. Als u 'All - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'EndPage' op de opgegeven locatie afgedrukt onderaan de pagina. Als u 'Sequential - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'EndPage' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt onderaan de pagina. Als u 'Sequential - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'EndPage' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt onderaan de pagina.
Als u 'No Use' gebruikt, wordt Soft Logo-afdruk niet uitgevoerd onderaan de pagina.
Als u 'All - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'EndDoc' op de opgegeven locatie afgedrukt onderaan op het document. Als u 'All - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'EndDoc' op de opgegeven locatie afgedrukt onderaan op het document. Als u 'Sequential - BMP' selecteert, worden alle BMP-gegevens in de map 'EndDoc' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt aan het einde van het document. Als u 'Sequential - SRL' selecteert, worden alle SRL-gegevens in de map 'EndDoc' opeenvolgend op de opgegeven locatie afgedrukt aan het einde van het document.
Als u 'No Use' gebruikt, wordt Soft Logo-afdruk niet uitgevoerd aan het einde van het document.
U kunt verschillende instellingen configureren met betrekking tot de Presenter die is geïnstalleerd in de TUP992.
Stel het gebruik van de presenter in.
Als u 'Loop - Hold' selecteert, werpt de presenter al het papier uit nadat het afdrukken is beëindigd. Daarna houdt de presenter de achterste rand van het papier vast en wacht.
Als u 'NoLoop - Hold' selecteert, werpt de presenter het papier uit tijdens het afdrukken en houdt vervolgens de achterste rand van het papier vast en wacht.
Als u 'NoLoop - NoHold' selecteert, werpt de presenter het papier uit tijdens het afdrukken. Het papier wordt niet vastgehouden.
Stel in of de presenter het papier intrekt of al het papier uitwerpt.
Als u 'Do Not Retract' instelt, trekt de presenter het papier niet in of werpt deze niet al het papier uit, maar houdt deze het papier vast tot het is verwijderd.
Als u 'Retract' instelt, trekt de presenter het papier in wanneer de tijd die is ingesteld in Presenter - Paper Hold Time verstrijkt.
Als u 'Eject' instelt, werpt de presenter al het papier uit wanneer de tijd die is ingesteld in Presenter - Paper Hold Time verstrijkt.
Voor de bewerking om het papier in te trekken of al het papier uit te werpen, stelt u het tijdstip in vanaf wanneer de presenter het papier vasthoudt tot het tijdstip waarop de presenter het papier intrekt of al het papier uitwerpt.
U kunt een waarde instellen van 1 tot 127 seconden.
Dit stuurprogramma biedt u verschillende vooraf gedefinieerde papierformaten.
U kunt ook aangepaste papierformaten maken met een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat via de afdrukwachtrij van Windows.
Elk papierformaat wordt gedefinieerd met een specifieke breedte en hoogte die het afdrukbare gebied aanduidt. U hoeft geen marges aan te brengen in uw documenten.
De papierformaten met het woord 'Receipt' (kassabon) in de naam zijn bedoeld voor afdruktaken met variabele lengten, zoals kassabonnen. Wanneer u dit papierformaat gebruikt, dient u de optie 'Receipt' van de instelling Paper Type te gebruiken.
De configuratie van het papierformaat kan worden gewijzigd volgens de huidige configuratie van de toepassingen die u gebruikt.
Als er in uw toepassing geen configuratie is voor papierformaat, gebruikt u de volgende instelling. Het configureren van dezelfde waarde op 3 locaties wordt aanbevolen.
De vooraf gedefinieerde papierformaten die door het printerstuurprogramma voor de TUP900 worden ondersteund, worden hieronder weergegeven.
Configuratiewaarde | Standaardwaarde | Afdrukbreedte | Lengte |
---|---|---|---|
104mm x 200mm | 104 mm | 200 mm | |
104mm x Receipt | ○ | 104 mm | 3.000 mm |
80mm x 200mm | 80 mm | 200 mm | |
80mm x Receipt | 80 mm | 3.000 mm | |
72mm x 200mm | 72 mm | 200 mm | |
72mm x Receipt | 72 mm | 3.000 mm | |
56mm x 200mm | 56 mm | 200 mm | |
56mm x Receipt | 56 mm | 3.000 mm | |
Star Thermal 112mm x A4 | 104 mm | 297 mm | |
Star Thermal 4inch x Letter | 104 mm | 11 inch |
Als u door gebruikers gedefinieerde papierformaten wilt maken, kunt u de Windows-functie Printerwachtrij gebruiken en de onderstaande procedure volgen.
De papierformaten die door het stuurprogramma van de TUP900 zijn voorzien, worden hieronder weergegeven.
Het door gebruikers gedefinieerde papierformaat valt binnen het volgende bereik.
Papierformaat | TUP942 | TUP992 | |
---|---|---|---|
Papierbreedte | Minimale waarde | 45 mm | 45 mm |
Maximale waarde | 104 mm | 104 mm | |
Papierhoogte | Minimale waarde | 25,4 mm | 75 mm |
Maximale waarde | 3.276,7 mm | 300,0 mm |
Uw printer ondersteunt een reeks printerlettertypen en lettertypen voor streepjescodes. Deze lettertypen zijn ingebouwd in uw printer en kunnen worden geselecteerd vanaf uw toepassing.
U kunt ze gebruiken wanneer de optie 'Print Mode' is ingesteld op de instelling 'Line'.
Met printerlettertypen kunt u zowel hoge afdrukkwaliteit als afdruksnelheid krijgen. Met de lettertypen voor streepjescodes kunt u streepjescodes afdrukken door een van de deze lettertypen toe te passen op het gedeelte van uw document waarin de opmaak en gegevens van de streepjescode worden beschreven. Met het besturingslettertype kunt u verschillende aspecten van het gedrag van de printer beheren, waarbij specifieke gedragingen die aan specifieke tekens zijn toegewezen met het besturingslettertype.
Klik hier om een andere helppagina te openen waarin deze lettertypen uitgebreider worden beschreven.
Als de status waarin de printer geen gegevens van de host kan accepteren (status bezet) aanhoudt voor de ingestelde duur, treedt een fout op voor de afdrukopdracht en worden de resterende gegevens verwijderd.
Wanneer de seriële interface, de parallelle interface of de USB-interface wordt gebruikt, wordt de tijd ook gebruikt als de tijd voor het detecteren van printerfouten tijdens het afdrukken.
Wanneer u presenter (alleen TUP992) gebruikt voor het afdrukken van meerdere opdrachten of pagina's, stelt u "Printer busy timeout" in op een aantal seconden dat langer is dan de verwachte wachttijd voor de presenter.
Hier volgt de procedure.
TUP900
Windows XP SP3 of hoger (alleen 32-bits)
Windows Vista (32-bits/64-bits)
Windows 7 (32-bits/64-bits)
Windows 8 (32-bits/64-bits)*
Windows 8.1 (32-bits/64-bits)*
* Raadpleeg de Installation Manual voor details.
Copyright © 2018 Star Micronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.