Als u dit printerstuurprogramma installeert, kunt u de standaardafdrukfunctionaliteit in de meeste Windows-toepassingen gebruiken.
U kunt met de volgende procedure een printerwachtrij maken.
Zodra de printerwachtrij is gemaakt, kunt u de printerinstellingen wijzigen. Wijzig de printerinstellingen met de volgende procedure.
U kunt verschillende printerfuncties configureren volgens elke printerwachtrij.
De beschikbare functies in het printerstuurprogramma voor de SP500 zijn hieronder weergegeven. Klik op de koppeling van de functienaam voor een gedetailleerde beschrijving.
Andere functies |
---|
Papierformaat |
Afdrukkwaliteit |
Apparaatlettertypen |
Het tabblad 'Apparaatinstellingen' van het eigenschappenvenster van uw printerwachtrij bevat veel verschillende instellingen. Open het tabblad 'Apparaatinstellingen' met de volgende procedure.
De beschrijving van de inhoud voor elke functie wordt hieronder weergegeven.
U kunt met drie verschillende instellingen voor 'Paper Type' een 'Receipt' van variabele lengte, een 'Ticket' van vaste lengte of een pagina met 'Black Mark' als scheidingstekens afdrukken.
Gebruik de optie 'Receipt' als uw afdruktaken in lengte variëren en u deze direct na de laatste regel wilt afsnijden. (U kunt het papierformaat voor kassabonnen instellen bij Papierformaat.)
Gebruik de optie 'Ticket' als u wilt dat uw afdruktaken een vaste lengte hebben die u via Papierformaat instelt. Het papier wordt afgesneden wanneer het de ingestelde waarde bereikt.
Gebruik de optie 'Black Mark' als u wilt dat de printer het papier afsnijdt op basis van zwarte markering.
Wanneer u papier met zwarte markering wilt gebruiken, stelt u de instelling 'Paper Type' in op 'Black Mark'.
Met de instelling 'Page Cut Type' regelt u het afsnijden van alle pagina's van uw afdruktaak, behalve de laatste.
Als u niet wilt dat de pagina's van uw document worden afgesneden, kiest u de optie 'No Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak gedeeltelijk wordt afgesneden, kiest u 'Partial Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak volledig wordt afgesneden, kiest u 'Full Cut'.
Met de instelling 'Document Cut Type' regelt u het afsnijden van de laatste pagina van uw afdruktaak.
Als u niet wilt dat uw afdruktaak wordt afgesneden, kiest u de optie 'No Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak gedeeltelijk wordt afgesneden, kiest u 'Partial Cut'. Wanneer u wilt dat uw afdruktaak volledig wordt afgesneden, kiest u 'Full Cut'.
Hiermee wordt de documentdoorvoer na het afdrukken ingesteld.
Als u niet wilt dat uw afdruktaak wordt doorgevoerd, kiest u de optie 'No Feed'. Als u wilt dat uw afdruktaak naar de afscheurstrip wordt doorgevoerd, kiest u de optie 'Tear Bar'.
Hiermee stelt u de afdrukmethode in.
Als u bidirectioneel wilt afdrukken (de normale instelling), kiest u de optie 'Bidirectional'. Als u de afdrukkwaliteit boven de afdruksnelheid wilt prioriteren, kiest u de optie 'Unidirectional' om in een enkele richting af te drukken.
Stel de instelling 'Reverse Print' in op 'Enable' om ondersteboven af te drukken.
De printer kan het externe randapparaat dat op circuit nummer 1 is aangesloten op verschillende tijden tijdens het afdrukken van het document inschakelen.
Kies de optie 'Document Top' om randapparaat 1 te activeren voordat het afdrukken begint. Kies de optie 'Document Bottom' om randapparaat 1 eenmaal te activeren nadat het afdrukken is voltooid.
De printer kan het externe randapparaat dat op circuit nummer 2 is aangesloten op verschillende tijden tijdens het afdrukken van het document inschakelen.
Kies de optie 'Document Top' om randapparaat 2 eenmaal te activeren voordat het afdrukken begint. Kies de optie 'Document Bottom' om randapparaat 2 eenmaal te activeren nadat de afdrukgegevens zijn ontvangen.
Omdat de printer randapparaat 2 in realtime bestuurt, worden de opdrachten uitgevoerd wanneer gegevens worden ontvangen, ongeacht de timing van het afdrukken. Daarom kan het randapparaat op een onbedoeld moment worden geactiveerd wanneer 'Document Bottom' wordt gekozen.
Als u een kassalade als extern randapparaat hebt aangesloten, kunt u de activeringspuls via deze instelling regelen.
Verschillende kassaladen vereisten verschillende pulsbreedten. Kies uit de verschillende opties totdat uw kassalade betrouwbaar opent.
Als extern randapparaat 2 heeft de pulsbreedte van uw kassalade een vaste waarde van '200 milliseconds'.
Dit stuurprogramma biedt verschillende Vooraf gedefinieerde papierformaten.
U kunt ook aangepaste papierformaten maken met Door gebruiker gedefinieerd papierformaat in de Windows-printerwachtrij.
Voor elk papierformaat wordt een bepaalde breedte en hoogte gedefinieerd, die het afdrukgebied aangeeft. U hoeft geen marges aan te brengen in uw documenten.
De papierformaten met het woord 'Receipt' (kassabon) in de naam zijn bedoeld voor afdruktaken met variabele lengten, zoals kassabonnen. Wanneer u dit papierformaat gebruikt, dient u de optie 'Receipt' van de instelling Paper Type te gebruiken.
De configuratie van het papierformaat kan worden gewijzigd volgens de huidige configuratie van de toepassingen die u gebruikt.
Als er in uw toepassing geen configuratie is voor papierformaat, gebruikt u de volgende instelling. Binnen Windows zijn er drie verschillende instellingen gekoppeld aan uw keuze voor papierformaat. U kunt deze het beste allemaal op dezelfde optie instellen.
De vooraf gedefinieerde papierformaten die door het stuurprogramma voor de SP500 worden ondersteund, worden hieronder weergegeven.
Configuratiewaarde | Standaardwaarde | Afdrukbreedte | Lengte |
---|---|---|---|
63 mm x 200 mm | 63 mm | 200 mm | |
63 mm x Receipt | ○ | 63 mm | 3.000 mm |
60 mm x 200 mm | 60 mm | 200 mm | |
60 mm x Receipt | 60 mm | 3.000 mm | |
48 mm x 200 mm | 48 mm | 200 mm | |
48 mm x Receipt | 48 mm | 3.000 mm | |
45 mm x 200 mm | 45 mm | 200 mm | |
45 mm x Receipt | 45 mm | 3.000 mm | |
Star Matrix 76mm x A4 | 63 mm | 297 mm | |
Star Matrix 3inch x Letter | 63 mm | 11 inch |
Als u door gebruikers gedefinieerde papierformaten wilt maken, kunt u de Windows-functie Printerwachtrij gebruiken en de onderstaande procedure volgen.
De volgende papierformaten worden door het printerstuurprogramma voor de SP500 ondersteund.
De door gebruikers gedefinieerde papiergrootte valt binnen het volgende bereik.
Papierbreedte | Minimale waarde | 25,4 mm |
---|---|---|
Maximale waarde | 63 mm | |
Papierhoogte | Minimale waarde | 25,4 mm |
Maximale waarde | 3276,7 mm |
Dit printerstuurprogramma biedt de mogelijkheid om de afdrukkwaliteit te wijzigen om de afdrukresolutie te wijzigen.
Hier volgt de procedure.
U kunt kiezen uit de volgende opties.
Configuratiewaarde | Standaardwaarde | Details |
---|---|---|
170 x 144 dots per inch | * | Afdrukken 170 dpi (breedte) 144 dpi (hoogte). |
170 x 72 dots per inch | Afdrukken 170 dpi (breedte) 72 dpi (hoogte). | |
85 x 72 dots per inch | Afdrukken 85 dpi (breedte) 72 dpi (hoogte). |
Uw printer ondersteunt een reeks printerlettertypen. Deze lettertypen zijn in uw printer ingebouwd en te selecteren vanuit uw toepassing.
Met apparaatlettertypen kunt u zowel hoge afdrukkwaliteit als afdruksnelheid krijgen. Met het besturingslettertype kunt u verschillende aspecten van het gedrag van de printer beheren, waarbij specifieke gedragingen die aan specifieke tekens zijn toegewezen met het besturingslettertype.
Klik hier om een andere helppagina te openen waarin deze lettertypen uitgebreider worden beschreven.
SP500
Windows XP SP3 of hoger (alleen 32-bits)
Windows Vista (32-bits/64-bits)
Windows 7 (32-bits/64-bits)
Windows 8 (32-bits/64-bits)*
Windows 8.1 (32-bits/64-bits)*
* Raadpleeg de Installation Manual voor details.
Copyright © 2017 Star Micronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.