Google Tag Manager
- Jasper Verfaillie
.
Om specifieke gebeurtenissen te kunnen opvolgen op je website kan je de Google Tag Manager gebruiken in combinatie met Google Analytics. GTM is een gratis tool die makkelijk te installeren en gebruiken is. Je hoeft enkel de Google Tag Manager code te implementeren op je website en kan in een handomdraai data inladen in Google Analytics of Google Ads.
Voorbereiding
Google Tag Assistant
Maakt u voor het eerst gebruik van de Tag Assistant, klik dan op ‘Kostenloos aan de slag’. Nu kunt u een account toevoegen, uw gegevens invullen en verder gaan. Belangrijk is hier de code die begint met ‘GTM-…’.
Tag Assistant Companion
Twee handige plug-ins voor de Tag Manager zijn de Tag Assistant Companion en de Tag Assistant Legacy. Deze zijn voorlopig helaas enkel beschikbaar voor Google Chrome maar zijn haast onmisbaar in het gebruik van GTM. Voeg beide plug-ins toe aan Google Chrome, sluit je sessie af en open Chrome opnieuw.
Klik op de ‘Plug-in’ button in de taakbalk van Chrome. Open daarna de Tag Assistant Legacy.
Klik op “Enable” en laad de pagina opnieuw.
Zie je in het overzicht ‘Result of Tag Analysis” de groene tag “Google Tag Manager” verschijnen, dan is je Tag Manager goed gekoppeld aan je website.
Tags, Triggers en variabelen
Tags = Waar wordt de data naar toe gestuurd (bv. Google Analytics, Google Search Console of Google Ads)
Triggers = Wanneer een tag uitgevoerd moet worden (bv. bij een click op een link of een knop)
Variabelen = data die wordt doorgestuurd via tags wanneer die 'getriggerd' worden
Een belangrijke volgende stap is dat je gebeurtenissen op de website gaat bijhouden. Verstuurt een bezoeker een formulier? Klikt iemand op een telefoonnummer of e-mailadres? Deze waardevolle gebeurtenissen worden geregistreerd in Google Analytics. Vervolgens gebruik je deze gebeurtenissen om conversies in te stellen. Zo ontdek je welke kanalen (bijv. e-mail, sociale media of de zoekmachines) de meest interessante bezoekers opleveren.
Hiervoor gaan we weer een nieuwe tag en trigger aanmaken. Maak eerst een trigger aan. Als je een nieuwe trigger maakt, kun je een type trigger kiezen. Als je een formulierverzending wilt bijhouden, kies je de eerste optie onder ‘Betrokkenheid van gebruikers’ en klik je daarna op ‘Opslaan’. De trigger voor alle formulierverzendingen is gemaakt!
Tags aanmaken
Tags voor gebeurtenissen aanmaken
De trackingcode voor gebeurtenissen bestaat uit vier elementen die je kunt definiëren om de interactie van een gebruiker op jouw website te beschrijven:
Categorie (vereist) is de naam die je geeft aan een groep objecten die je wilt volgen.
Actie (vereist) is het type interactie, zoals het downloaden van een document.
Label (optioneel) is handig om samen te vatten waar de gebeurtenis over gaat, zoals klikken op navigatiemenu-opties.
Waarde (optioneel) kan worden gebruikt als je een numerieke waarde wilt toewijzen aan jouw bestandsdownload.
Triggers aanmaken
Voorbeeldmodus
Voor je tags en triggers op je website loslaat, kan je deze best eerst eens testen. Dit kan in de voorbeeldmodus (of “Preview”). Hier kan je je net aangemaakte tags gaan testen en debuggen. Als je tags correct ingesteld zijn, kan je klikken op ‘Verzenden’ en gaan de tags live op je website. Vanaf dan worden deze actief en houden ze data bij.